De dienst van Christus in het hemels heiligdom
Er is een heiligdom in de hemel, de ware tabernakel, die de Heer heeft opgericht, en niet een mens. Daarin doet Christus dienst, ons ten goede, en maakt Hij de resultaten van zijn zoenoffer, dat eens en voor altijd aan het kruis is gebracht, beschikbaar voor alle gelovigen. Hij werd als onze grote Hogepriester ingewijd en begon zijn bemiddelende dienst bij zijn hemelvaart. In 1844, aan het einde van het profetische tijdperk van 2300 dagen, begon Hij aan de tweede en laatste fase van zijn verzoeningswerk. Dat is een werk van onderzoekend oordeel, dat deel uitmaakt van de uiteindelijke verdelging van alle zonde, uitgebeeld in de reiniging van het Hebreeuwse heiligdom, uit de oudheid, op de Grote Verzoendag. In deze zinnebeeldige dienst werd het heiligdom gereinigd met bloed van dierenoffers, maar de hemelse dingen worden gereinigd door het volmaakte offer van het bloed van Christus. Het onderzoekend oordeel openbaart aan de hemelse wezens welke doden in Christus zijn ontslapen en daarom, in Hem, waardig worden geacht deel te hebben aan de eerste opstanding. Het maakt ook duidelijk welke van de levenden in Christus standhouden, de geboden van God en het geloof van Jezus bewaren, en daarom in Hem gereed zijn voor opneming in zijn eeuwig koninkrijk. Dit oordeel toont de gerechtigheid van God aan in de verlossing van hen die in Christus geloven. Het verklaart dat zij die God trouw zijn gebleven, het koninkrijk zullen ontvangen. De voltooiing van dit dienstwerk van Christus luidt het einde van de genadetijd voor de mens, vlak voor de
wederkomst, in.
(Lev. 16; Num. 13:34; Ez. 4:6; Dan. 7:9-27; 8:13,14; 9:24-27; Mal. 3:1; Heb. 1:3; 8:1-5; 9:11-28; Op. 14:12; 20:12; 22:12).