Het leven, de dood en de opstanding van Christus
In Christus' leven van volmaakte gehoorzaamheid aan Gods wil, zijn lijden, dood en opstanding, heeft God voorzien in het enige zoenmiddel voor de zonde van de mens, zodat zij die door het geloof deze verzoening aanvaarden, eeuwig leven mogen ontvangen, en de hele schepping de oneindige en heilige liefde van de Schepper mag verstaan. Deze volmaakte verzoening stelt de rechtvaardigheid van Gods wet en zijn genadevolle karakter op overtuigende wijze vast; want het veroordeelt onze zonde en verschaft ons tegelijkertijd vergeving. De dood van Christus is plaatsvervangend en uitdelgend, verzoenend en herscheppend. De opstanding van Christus verkondigt Gods overwinning op de krachten van het kwade, en verzekert degenen die de verzoening aanvaarden, van hun uiteindelijke overwinning op zonde en dood.
Deze opstanding geeft aan, dat Jezus Christus hun Heer is, voor wie alle knie, in hemel en op aarde, zal buigen.
(Jes. 53; Joh. 3:16; Rom. 1:4; 3:25; 4:25; 8:3,4; 2 Kor. 5:14,15,19-21; Fil. 2:6-11; Kol. 2:15; 1 Joh.2:2; 4:10).